Kosten van de ambtshalve verlenging mocht niet!
- Gegevens
- Laatst bijgewerkt: woensdag 21 februari 2024 09:29
- Gepubliceerd: woensdag 21 februari 2024 09:29
- Hits: 705
Hoger beroep heeft klager in gelijk gesteld.
(Bron: de Sport-schutter.nl)
De fasering van wapens voor (nieuwe) leden en introducees is alweer een paar jaar een feit. Iets waar je als sportschutter met al meer dan 3 jaar een verlof tot voorhanden hebben in het bezit nog maar weinig last van hebt. In 2021 schreef ik al een artikel over de fasering en hoe dit precies zit. Toch is de fasering voor sommigen nog niet compleet duidelijk en ook ik twijfel zelf ook nog wel eens hoe het nou precies zit. Wil je weten hoe het zit, dan ben je met dit artikel helemaal up to date voor wat betreft faseringen in het jaar 2024.
Zo af en toe krijg ik vragen van (nieuwe) leden bij mij op de schietvereniging maar ook geregeld via sociale media. Soms komt die vraag van een herintreder en de ander gaat over een nieuw lid. Soms wil iemand weten hoe het eigenlijk zit met het schieten met de wapens op de vereniging of hoe het zit als zij straks zo ver zijn dat ze een verlof aan mogen vragen. Ook krijg ik wel eens vragen me welke wapens introducees nou wel of niet mee mogen schieten. De meeste vragen kon ik beantwoorden maar er waren ook een paar waarbij ik even twijfelde. Vraag zelf maar eens rond op de schietvereniging zou ik zeggen en de één zegt dit en de ander zegt dat. Naar aanleiding van mijn eerdere artikel en de vragen die ik recent heb gehad heb ik het een en ander uitgezocht hoe het staat in de CWM (Circulaire wapens en munitie) en het artikel een opfrisbeurt/aanvulling gegeven. LET OP! Het kan dus wel zijn dat de vereniging waarvan je lid bent zelf strengere regels maakt!
In de kopjes over de fasering zal ik eerst een stukje wettekst plaatsen en vervolgens het een en ander verduidelijken waar dit nodig is.
Laten we eerst duidelijk maken wat er in welke fase valt.
Fase 1: Klein kaliber pistool, klein kaliber revolver, klein kaliber geweer (niet semi-automatisch) of klein kaliber karabijn (niet semi-automatisch)
Fase 2: Groot kaliber pistool of revolver t/m 9mm, groot kaliber grendel geweer (niet semi-automatisch geweer).
Fase 3: Groot kaliber pistool of revolver > 9mm, klein en groot kaliber geweer semi-automatisch.
De introducé bij een door de KNSA gecertificeerde vereniging mag alleen de op het verenigingsverlof vermelde verenigingsvuurwapens23 gebruiken welke geschikt zijn voor de Olympische disciplines, de disciplines van de International Sport Shooting Federation en de disciplines van de Muzzle Loaders Association International Committee, zoals opgenomen in bijlage C824;
Bron 2: https://www.knsa.nl/media/1152/totaaloverzicht-knsa-gereglementeerde-disciplines.pdf
Voor de beoefening van de schietsport met verenigings-vuurwapens, of incidenteel met een vuurwapen van een medeschutter, geldt dat door introducés, aspiranten en in het eerste jaar lidmaatschap, uitsluitend de wapens mogen worden gebruikt die zijn toegelaten in de disciplines van fase 1 en fase 2.
In de CWM is een aparte paragraaf gewijd aan promotieactiviteiten en introducés. Een introducee mag dus met fase 1 en fase 2 wapens schieten van de vereniging en van een medelid. Dit in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt dat het enkel met fase 1 wapens mag schieten.
Fase 1 | Fase 2 | Fase 3 | |
---|---|---|---|
Introducee | X | X |
Ik wil het toch nogmaals benadrukken. Dit is wat de CWM toestaat ten opzichte van introducés. Het kan dus zo zijn dat je vereniging zelf strengere regels maakt en bijvoorbeeld enkel fase 1 toestaat.
Aan leden die korter dan één jaar volwaardig lid zijn van een schietvereniging, mogen alleen de op het verenigingsverlof vermelde verenigingsvuurwapens18 worden uitgeleend die geschikt zijn voor de Olympische disciplines, de disciplines van de International Sport Shooting Federation en de disciplines van de Muzzle Loaders Association International Committee, zoals aangewezenin bijlage C8. Aan leden van de bij de KNTS aangesloten vereniging die korter dan één jaar volwaardig lid zijn mogen de bij die vereniging voor het traditioneel schieten in gebruik zijnde verenigingswapens of bij die vereniging in gebruik zijnde privé vuurwapens worden uitgeleend.
De CWM maakt in deze geen onderscheid tussen herintreders of leden die voor het eerst lid zijn van een schietvereniging. Wel valt op dat er gesproken wordt over volwaardig lidmaatschap. Navraag bij de KNSA geeft aan dat onder deze zinsnede dus ook het aspirant lidmaatschap valt. Ben je korter dan 1 jaar volwaardig lid of aspirant lid dan mag je dus met alle fase 1 en fase 2 wapens schieten van de vereniging (al dan niet onder begeleiding) maar nog niet met wapens die vallen onder fase 3. Ben je precies 1 jaar of langer volwaardig lid dan mag je ook met de fase 3 wapens schieten van de vereniging.
Onderstaande tabel is een simpel overzicht in de opbouw van de fasering voor het gebruik van verenigingswapens tijdens je lidmaatschap.
Fase 1 | Fase 2 | Fase 3 | |
---|---|---|---|
Aspirant lid | X | X | |
< 1 jaar lid | X | X | |
> 1 jaar lid | X | X | X |
Het tijdelijk en incidenteel in gebruik afstaan van privé-wapens tijdens een schietoefening of wedstrijd aan een medeschutter – die in het bezit is van een geldige KNSA-licentie of van een lidmaatschapsbewijs van een niet bij de KNSA aangesloten, maar wel door de KNSA gecertificeerde schietvereniging, of die in het bezit is van een wapenverlof of jachtakte – is toegestaan als dat geschiedt onder de volgende voorwaarden
……
d. Aan leden korter dan twee jaar in het bezit van een KNSA-licentie of die korter dan twee jaar lid zijn van een niet bij de KNSA aangesloten, maar wel door de KNSA gecertificeerde schietvereniging, mogen alleen de vuurwapens30 welke geschikt zijn voor de Olympische disciplines, de disciplines van de International Sport Shooting Federation en de disciplines van de Muzzle Loaders Associations International Committee, zoals opgenomen in bijlage C8, tijdelijk worden afgestaan.
De CWM maakt voor het gebruik van privé wapens in deze geen onderscheid tussen herintreders of leden die voor het eerst lid zijn van een schietvereniging. Wat ook opvalt is dat hier niet expliciet wordt gesproken over een volwaardig lidmaatschap enkel de term lid.
Onderstaande tabel heeft betrekking op de fasering van het gebruikt van privé wapens tijdens lidmaatschap.
Fase 1 | Fase 2 | Fase 3 | |
---|---|---|---|
Aspirant lid | X | X | |
< 2 jaar lid | X | X | |
> 2 jaar lid | X | X | X |
Indien een voormalige verlofhouder een aanvraag indient voor een nieuw verlof, kan deze verzoeken te bezien of een verlof kan worden verleend voor een ander vuurwapen dan normaal gesproken voor een nieuwe aanvrager zou gelden Deze overgangsmaatregel beoogt om de herintredende verlofhouder in de gelegenheid te stellen om zijn ‘oude’ schietsportdiscipline te beoefenen. Hierbij gelden nog de volgende uitgangspunten:
• Voor de aanvrager geldt de bewijslast om het bestaan van de oude rechten aan te tonen.
• Het bestuur van de schietvereniging dient, evenals reguliere aanvragen, zich er van te overtuigen dat de aanvrager beschikt over voldoende vaardigheid in de veilige omgang met vuurwapens en geeft daarover advies aan de korpschef.
• Vrijgestelde wapens tellen niet mee voor het aantal toegestane wapens op een verlof.
• Het beroep op de oude rechten moet toetsbaar zijn voor de korpschef.
• Voor het doen van een beroep op oude rechten, moet de aanvrager voldoen aan het vereiste dat hij minimaal 1 jaar lid is van een schietsportvereniging en minimaal 18 schietbeurten in de afgelopen twaalf maanden bij een door de KNSA gecertificeerde schietsportvereniging of door de KNTS gecertificeerde vereniging hebben verricht.
• Het verlof kan voor het eerste jaar slechts geldig zijn voor één vuurwapen, zij het dat daar geen beperkingen aan gesteld worden, zoals dit wel geldt voor de reguliere nieuwe aanvragers.
• Het beroep op oude rechten kan niet gedaan worden in die gevallen waarin het voormalige verlof werd ingetrokken door de korpschef, voor een van de intrekkingsgronden zoals genoemd in artikel 7, tweede lid, van de Wet wapens en munitie of een eerdere tussentijdse aanvraag voor een verlof werd geweigerd door de korpschef op basis van artikel 7, eerste lid van de Wet wapens en munitie.
Een herintreder heeft dus het geluk dat deze, mits hij kan bewijzen in het bezit te zijn geweest van een verlof, de fasering voor wat betreft het verlof kan overslaan. Wel ben je het eerste jaar beperkt tot maximaal 1 wapen op het verlof. Na een jaar in het bezit te zijn geweest van een verlof mag je natuurlijk wel tot het maximaal aantal wapens bijschrijven op je verlof.
Onderstaande fasering is van toepassing op het aanschaffen van wapens voor schutter die kunnen bewijzen dat zij voorheen in bezit zijn geweest van een verlof (herintreders):
Fase 1 | Fase 2 | Fase 3 | Aantal wapens | |
---|---|---|---|---|
< 1 jaar verlof | X | X | X | 1 |
< 2 jaar verlof | X | X | X | 5 |
Onderstaande fasering is van toepassing op het aanschaffen van wapens voor schutter die niet eerst in bezit zijn geweest van een verlof:
Fase 1 | Fase 2 | Fase 3 | Aantal wapens | |
---|---|---|---|---|
< 1 jaar verlof | X | 1 | ||
< 2 jaar verlof | X | X | 5 | |
> 3 jaar verlof | X | X | X | 5 |
Er is echter één uitzondering. Als je na 2 jaar lidmaatschap voor het eerst je verlof aanvraagt mag je direct een fase 2 wapen aanschaffen. Zo hoef je dus niet eerst een fase 1 wapen aan te schaffen om in ieder geval een verlof te krijgen en pas een jaar later een fase 2 wapen aan te kunnen schaffen.
Hier de tekst van de nieuwe omgevingswet.
Zoals ik het nu begrijp hanteren de gemeente de regels die hier vermeld staan onder "In deze situaties is een omgevingsvergunning vereist voor opslaan ontplofbare stoffen voor civiel gebruik''.
De gemeente kan andere regels hanteren maar hier moet je naar informeren bij je eigen gemeente heb ik gehoord, maar niemand heeft hier tot nu toe iets mee gedaan en verwijzen ze naar de tekst zoals in de bijlage.
Hier de link waar je die tekst kunt nalezen:
Milieubelastende activiteit opslaan van ontplofbare stoffen voor civiel gebruik (paragraaf 3.2.11 Bal) | Informatiepunt Leefomgeving (iplo.nl)
De Walther PP, de Walther PPK en de Walther PPK/S zijn een serie semiautomatische vuistvuurwapens, die alle zijn ontworpen door de Duitse wapenfabrikant die tegenwoordig Carl Walther GmbH Sportwaffen heet. De letters PP staan voor Polizei Pistole (politiepistool) en, zoals de naam al aangeeft, zijn deze wapens oorspronkelijk ontworpen voor de Duitse politie.
De Walther PP is in 1921 ontworpen en heeft van oorsprong het .32 ACP-kaliber (7,65mm). Later verschenen er ook versies in de kalibers .22 LR- en .380 ACP (9 mm kort). De Walther PPK is een jaar later ontworpen en heeft als onderscheid dat hij een kortere loop heeft dan de PP. PPK staat voor Polizeipistole Kriminalmodell. Beide vuurwapens zijn pas vanaf 1929 in massaproductie vervaardigd. De PPK/S is bijna identiek aan de PPK, maar heeft een handgreep die even lang is als die van de gewone PP, maar ongeveer een centimeter langer is dan die van de PPK. Verder wordt de PPK/S enkel geleverd in het kaliber .380 ACP, ook wel 9mm kort genoemd. Omwille van de vergrote handgreep, passen er in de PPK/S ook evenveel patronen van dat kaliber als in de PP. Namelijk zeven, één meer dan in de PPK. De PPK/S is in 1968 ontworpen omwille van een Amerikaanse regelgeving die voorschreef dat nieuwe vuistvuurwapens aan specifieke minimum dimensies moesten voldoen.
Van de drie ontwerpen is de Walther PPK het bekendst. Tot op heden zijn er meer dan 5 miljoen exemplaren van geproduceerd. Hiermee is het een van de meest geproduceerde pistolen aller tijden. De PPK is ook bekend als het wapen van James Bond. Daarnaast was de PPK ook een van de persoonlijke wapens van Adolf Hitler en het wapen waarmee hij zelfmoord zou hebben gepleegd.
Wij schoten met 7.65mm of te wel de .32ACP pistool met een 7 schots magazijn.
(Bron: KNSA)
Via onderstaande link, ziet u een overzicht van de KNSA geregelementeerde disciplines, en de bijhorende cijfers codes.
Dit kan handig zijn bij het invullen van de formulieren voor het verkrijgen van een wapen.
Klik HIER