Nieuws SV AVRM

Uitspraak rechtszaak over het weigeren van een erkenning voor meer dan 3 kg kruit - zaak 2

(Bron: https://www.facebook.com/vuwa.peter)

Uitspraak rechtszaak over het weigeren van een erkenning voor meer dan 3 kg kruit - zaak 2

In aansluiting op onze eerder post van 2 april 2021 (de eerste rechtszaak over het voorhanden hebben van meer dan 3 kg kruit van erkenninghouders) werden we blij verrast met de snelle uitspraak van de rechter aangaande die tweede rechtszaak over het voor erkenninghouders voorhanden hebben van kruit zonder de beperking van de bekende maximaal 3 kilo.
In deze tweede rechtszaak betreft het een eiser die zowel sportschutter als jager is en over meerdere wapens van verschillende kalibers beschikt waardoor de beperking van het voorhanden hebben van max. 3 kg kruit voor hem onvoldoende is.
Zoals gemeld in onze bovengenoemde post (van 2 april 2021), heeft de rechter (van de tweede rechtszaak) ruggespraak gehouden met de rechter van de eerste zaak, waardoor het niet vreemd is dat ook deze rechter grotendeels de conclusies van zijn collega van de dag daarvoor volgt en beslist dat:

1. De politie geen beperkingen aan bestaande wetgeving (WECG = Wet Explosieven voor Civiel Gebruik) mag opleggen,
2. De WECG in deze leidend is aangaande de bepalingen voor wat betreft de opslag van kruit,
3. De politie uitsluitend een erkenning kan weigeren dan wel intrekken op basis van feitelijk gedragingen en misdragingen van de erkenninghouder.
Deze rechter geeft echter aan dat de jurisprudentie uitwijst dat het Justis wel is toegestaan om bij het verlenen van een erkenning, daaraan voorschriften te verbinden, mits op de juiste gronden. Daarbij verwijst de rechter naar een conclusie van de advocaat Generaal Widdershoven van afd. Bestuursrecht van de RvS van 12-11-2014 waarin staat:
a. Daarbij geldt wel, dat de voorschriften dienen te strekken tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de toestemming is vereist ('specialiteitsbeginsel' genoemd),
b. Het bestaan van deze bevoegdheid wordt 'veelal' gebaseerd op het adagium: wie het meerdere mag (een vergunning weigeren), mag ook het mindere (een vergunning verlenen onder voorschrift).
Kijken we nu naar sub a., dan betekent dit dat de regels van de WECG met betrekking tot een erkenning dienen te worden nageleefd en geborgd.
Onder het begrip 'opslag van explosieven (kruit)' wordt begrepen dat de opslag van explosieven de erkenninghouder dient te zijn toevertrouwd (hij mag geen strafblad hebben, waardoor de kans op illegaal gebruik van explosieven geminimaliseerd wordt)
Met betrekking tot sub b:
Welke beperkingen erkenningverlener mag toepassen wordt niet vermeld; vaststaat dat de opslag van kruit bij particulieren gereguleerd wordt in het 'Activiteitenbesluit Milieubeheer'. Daarin staat dat particulieren tot 50 kg rookzwak buskruit in huis mogen opslaan.
In deze zaak is de politie / Justis aan zet om een valide grond te bedenken waarop de erkenning van meer dan 3 kg kan worden afgewezen.
Het is toch wel, op z’n zachts gezegd, heel vreemd dat een onafhankelijk instituut als een rechtbank, met een onpartijdige rechter, een van de partijen helpt bij het vinden van oplossingen waarbij de andere partij geschaad kan worden...

Gekker kan het hopelijk toch niet worden??

Wordt vervolgd en we blijven jullie op de hoogte houden.

de rechtspraak
 
de rechtspraakde rechtspraakde rechtspraakde rechtspraak